Dansschool luidt noodklok en stuurt brandbrief naar gemeente

HOOFDDORP Dansen wordt niet als topsport gezien en daardoor staan dansscholen na het aankondigen afgelopen zaterdag van de harde lockdown tot en met ieder geval 14 januari 2022 met de rug tegen de muur. Voor Wendy, van Danscentrum Marcella van Altena in Hoofddorp, is de maat vol. In een brandbrief richting het gemeentebestuur uit zij haar zorgen over het welzijn van kinderen. 

“Ik begin de brief met goedemorgen, maar na vele nachten wakker liggen is deze eigenlijk niet zo goed…,” begint Wendy de brief. Met het wederom moeten sluiten van de dansschool maakt zij zich grote zorgen over de kinderen die weer niet kunnen sporten. 

“Omdat onze leerlingen hebben gekozen voor een ‘binnensport’ vallen we onder sportscholen en moeten wij onze deuren de komende 4 weken sluiten”, gaat Wendy verder. “We hebben de afgelopen 2 jaar 24 weken buiten moeten trainen waarvan een groot deel in de winter met temperaturen die niet gezond zijn als je zoveel uren traint per dag in een week.”

ACHTERSTAND Zowel de dansers die meedraaien in de Europese en Wereldtop als de Klassieke Balletafdeling staan, op een kleine opleving van wel binnen mogen trainen na, al veel te lang stil. “Onze internationale concurrenten hebben nagenoeg niet stil gestaan en daardoor wordt het gat steeds groter om nog mee te kunnen draaien op het internationale niveau.”

De Klassieke Balletafdeling heeft zelfs nog een nog grotere achterstand opgelopen. “Ballerina’s horen niet op straat te dansen en het draaien op de tegels is niet heel bevorderlijk voor opgroeiende kinderen met gewrichten in de groei. Deze kinderen zijn bij ons in opleiding om een kans te maken na de basis of middelbare school bij een academie om auditie te kunnen doen en dan ook aangenomen te worden. Deze kans is de afgelopen 2 jaar aanzienlijk verkleind om de vervolgopleiding van hun dromen te kunnen gaan volgen.”

Tijdens corona-periode is er continu contact geweest met de corona sportafdeling binnen de gemeente. “In het hele begin wist eigenlijk niemand waaronder onze dansschool viel. Ondanks dat wij dansers opleiden voor een dansacademie kregen wij toch de sticker sportschool opgeplakt.” 

PERSPECTIEF Met de nieuwe lockdown is de rek er uit. “Dansen doe je niet op straat en zeker niet met deze temperaturen. Zaterdag hadden we de laatste les, kinderen gingen huilend naar huis. Ik wil nu zo snel als mogelijk in gesprek met iemand binnen de gemeente die naar ons wil luisteren en kijken naar oplossingen zodat wij na de kerstvakantie onze dansers een perspectief of oplossing kunnen bieden”, aldus de inmiddels moedeloze dansschool eigenaar.

De noodkreet is ook op Facebook geplaatst. Naast de vele steunbetuigingen heeft ook sportwethouder Fouad Sidali een reactie geplaatst. “Niet naar school en geen binnensport kunnen beoefenen doet veel met onze kinderen”, schrijft de wethouder. “Ik begrijp de onmacht die wordt gevoeld over het opnieuw moeten sluiten van de dansschool. De kinderen kunnen dus weer niet sporten en daarmee wordt hun het plezier ontnomen dat zij zo goed kunnen gebruiken. Maar ik ben als wethouder, en wij dus als gemeente, met handen en voeten gebonden aan de maatregelen die door de rijksoverheid zijn genomen.”

Ook burgemeester Marianne Schuurmans heeft de moeite genomen te reageren op het Facebookbericht. “Deze ‘bibber burgemeester’ voelt enorm met jullie mee. Afgelopen zaterdag hebben we daarom in het Veiligheidsberaad allemaal (25 burgemeesters namens 345) gepleit om juist de sportfaciliteiten voor kinderen open te houden. We hebben allemaal liever onze kinderen en jeugd sportend, dansend, bewegend dan binnenhangend of buiten de orde verstorend.”

“De minister heeft onze input meegenomen naar de besluittafel, maar op basis van het aantal Omikron besmettingen dat bij kinderen aanwezig is, waar zij geen last van hebben, maar hun ouders en grootouders wel, is toch besloten om in de ministeriële regeling, dat is de wet, alles te sluiten; scholen en sport”, schrijft de burgemeester. “Als burgemeester moeten we de wet uitvoeren, dus dat doen we.”