
Haarlemmermeerse energie in de 19de eeuw: stoommachine als hypermoderne leverancier
Dat Gemaal de Cruquius de grootste stoommachine ter wereld is en dat het tot de top 100 der Nederlandse Rijksmonumenten behoort, is bekend in Nieuw-Vennep. Toch is het wel eens leuk daar wat dieper in te duiken. Niet in het gemaal zelf, wel in de manier waarop energie opgewekt werd op deze plek in de 19de eeuw.
Naamgeving
Het gemaal is vernoemd naar een Vlielander: de in 1678 geboren waterbouwkundige Nicolaas Kruik die zich later de wat meer aansprekende naam Nicolaus Samuelis Cruquius aanmat. Naar het gemaal is later het dorp Cruquius vernoemd, dat Haarlemmermeerders zelf weer de Kruuk doopten - waarmee een cirkeltje rond is. Hoe dan ook werd het gemaal vanaf 1847 gebouwd om de Haarlemmermeer leeg te pompen. Het was wel even een andere vorm van energie opwekken dan we nu gewend zijn.
Stoomenergie
Het was koning Willem II die een staatscommissie samenstelde, die moest uitvogelen op welke manier dat leegpompen zou gebeuren. De discussie barstte los: werd het wind- of stoomenergie? Veel meer keus, zoals nu met bijvoorbeeld zonne- en kernenergie, was er niet. De koning koos uiteindelijk voor de toen hypermoderne stoomvariant. Drie gemalen (De Cruquius, De Lijnden en De Leeghwater) zouden de watermassa wegpompen. In 1849 werd het sein ‘pompen!’ gegeven en ruim drie jaar later was De Meer droog: 800 miljoen kuub aan water was afgevoerd, een operatie die zo’n 10 miljoen gulden kostte. Frappant was dat de Cruquius daarna niet gemoderniseerd werd zoals de twee andere gemalen. De machine fungeerde in de 20e eeuw ‘slechts’ als reservegemaal. De Lijnden en De Leeghwater hielden de polder droog.
Werking
De grootste stoommachine ter wereld was dan afgedankt, hij is wel bewaard gebleven. In de machinekamer vinden we de Cornish Engine, die zijn kracht uit de verbranding van steenkolen haalde. Acht armen, elk 10 ton zwaar, steken als een soort tentakels uit het gebouw. Deze enorme armen verplaatsten door middel van de bevestigde zuigers bij elke draaiing van de stoommachine 64.000 liter water omhoog. Boven, rondom de machinekamer, was een houten stortvloer waarlangs het water richting ringvaart liep.
Icoon van de Industriële Revolutie
In de tijd van het droogpompen van de Haarlemmermeer was het een hypermodern fenomeen, nu geldt het gemaal, ingehaald door de ontwikkelingen der energiewinning, als museumstuk of monument. Steenkolen zijn niet duurzaam en het rendement van stoommachines is relatief laag - al zou men dat niet zeggen na het lezen van de enorme hoeveelheden water die verplaatst zijn. De Cruquius is in ieder geval een icoon van de Industriële revolutie. Meer informatie is te vinden op de website van het gemaal.